Duurzaam beleggen - ESG-criteria vullen traditionele beleggingsdoelstellingen aan

Duurzaamheidscriteria kunnen de beleggingsdoelstellingen van rendement, risico en liquiditeit aanvullen met ecologische, sociale en governancegerelateerde aspecten. De drie duurzaamheidscriteria geven houvast. Ze kunnen worden opgevat als een leidraad voor duurzaam beleggen.

* De volgende lijst is slechts een voorbeeld en is niet exhaustief.

Environmental

(Milieu)

Carbon footprint (CO2 emissies), Behoud van natuurlijke hulpbronnen, Milieubescherming

Social

(Sociaal)

Mensenrechten, Arbeidsnormen, Consumentenbescherming

Governance

(Bestuur)

Bedrijfsethiek, Stimuleringsstructuren, Competitief gedrag

De DWS ESG Engine - Hoe we solide ESG-beoordelingen maken

1. Het ESG Methodology Council (EMC) bestaat uit verschillende ESG-deskundigen binnen DWS in verschillende activaklassen en divisies. In het EMC wordt wekelijks vergaderd over onder andere het ontwerp van nieuwe of aanpassing van bestaande assessments of de selectie van nieuwe dataleveranciers.

2. De Sustainability Assessment Validation Council (SAVC), voorgezeten door het Global Head of Research, bestaat uit ESG-specialisten van de onderzoeksafdeling van DWS en beoordeelt ESG Engine-beoordelingen voordat ze van kracht worden. De raad past corrigerende aanpassingen toe indien een resultaat materieel onjuist wordt bevonden, met name als gevolg van actuele inzichten die zijn verkregen uit opdrachten en beoordelingen van de openbaarmaking van ondernemingen.

Solide ESG-beoordelingen

Onze beweegreden om meerdere aanbieders van ESG-gegevens te gebruiken - een voorbeeld gebaseerd op de DWS ESG Quality Assessment

Duits IT-bedrijf

De individuele aanbieders laten voor dit bedrijf een vergelijkbare ESG-beoordeling zien. Het bedrijf wordt geïdentificeerd als een ware ESG-leider in zijn sector/regio.

Frans conglomeraat

De aanbieders tonen een andere ESG-kwaliteitsbeoordeling voor dit bedrijf. Er kan niet duidelijk worden aangegeven of het bedrijf een ware ESG-leider of een achterblijver is.

Japans nutsbedrijf

De individuele aanbieders tonen een vergelijkbare ESG-kwaliteitsbeoordeling voor dit bedrijf. Het bedrijf wordt geïdentificeerd als een ware ESG-achterblijver in zijn sector/regio.

 

>> De selectie van één enkele gegevensverstrekker kan een aanzienlijke invloed hebben op de investeringsbeslissing.
Consensusidentificatie bij meerdere leveranciers vermindert dit probleem.
 

Beschreibung PAII-Bewertungsklassen

De cijfers (onbewerkte gegevens van aanbieders) zijn gestandaardiseerd door het ESG Engine & Solutions team van DWS om deze cijfers vergelijkbaar te maken.
Andere ESG-facetten kunnen meer of minder dan drie ESG-gegevensleveranciers gebruiken.

DWS ESG Investeringsstandaard

afgegeven in overeenstemming met de transparantiebepalingen van Art. 8 SFDR

DWS ESG Beoordelingsmethodologie / uitsluitingscriteria Beoordeling[1] of inkomstendrempel[2]
DWS Group policies DWS Steenkoolbeleid (steenkoolontginning en elektriciteitsopwekking uit steenkool ≥ 25% inkomsten; uitbreidingsplannen voor steenkool)[3]

Niet-conform

Controversieel wapenbeleid van DWS (clustermunitie, antipersoonsmijnen, biologische en chemische wapens)[4]

Niet-conform

Controversiële sectoren (excl. klimaat) Andere controversiële wapens (wapens met verarmd uranium, kernwapens, op witte fosfor gebaseerde brandbommen)[4]

Geen betrokkenheid

Vervaardigen van producten en/of verlenen van diensten in de defensie-industrie

≥ 5%

Fabricage en/of distributie van civiele handvuurwapens of munitie

≥ 5%

Productie van palm olie

≥ 5%

Productie van tabaksproducten

≥ 5%

Productie vanadult entertainment

≥ 5%

Productie van producten in en/of levering van diensten voor de gokindustrie

≥ 5%

Opwekking van kernenergie en/of winning van uranium en/of verrijking van uranium

≥ 5%

Klimaatgerelateerde beoordelingen Kolenwinning[3] ≥ 1%
Stroomopwekking uit steenkool[3] ≥ 10%
Winning van ruwe olie ≥ 10%
Onconventionele winning van ruwe olie en/of aardgas (inclusief oliezand, olieschalie/schaliegas, Arctisch boren) > 0%
Winning en exploratie van en diensten in verband met oliezand en olieschalie ≥ 10%
Steenkoolwinning en oliewinning ≥ 10%
Opwekking van elektriciteit uit en ander gebruik van fossiele brandstoffen (exclusief aardgas) ≥ 10%
DWS Risicobeoordeling klimaat en transitie (bedrijven en overheden) Geen F
Algemene ESG-beoordelingen DWS ESG-kwaliteitsbeoordeling (bedrijven en overheden)

Geen F

Freedom House-status (soevereinen)

Geen “Niet Vrij”

VN Global Compact-beoordeling (bedrijven)

Geen “Mislukking”

Regelgeving Beoordeling goed bestuur gemeten door DWS Normbeoordeling (bedrijven)

Geen F / M

Belangrijkste negatieve effectindicatoren (PAII)[5]

PAII #1 / #2 / #3 / #4 / #10 / #14 / #16[6]

Aandeel duurzame investeringen (SFDR)[7]

Individueel per fonds

Aandeel duurzame investeringen (EU Taxonomie)[8]

0%

Rekening houden met negatieve milieu- en sociale gevolgen en berekening van het aandeel duurzame beleggingen (volgens SFDR*)

Beleggers moeten meer transparantie krijgen over de duurzaamheidskenmerken van een product.

Principle Adverse Impact Indicators (PAII's) worden gebruikt om te bepalen of een investering een negatieve milieu- of sociale impact heeft.
 

De PII's kunnen worden onderverdeeld in de volgende vijf gebieden:

1

Uitstoot van broeikasgassen

2

Biodiversiteit

3

Water

4

Afval

5

Sociale en personeelszaken

Het aandeel duurzame investeringen volgens SFDR wordt gemeten door de economische activiteiten van een bedrijf (bijv. inkomsten) toe te wijzen aan de Sustainable Development Goals (SDG's) van de Verenigde Naties.
 

De Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties[9]

Overview UN SDGs

 * Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende duurzaamheidsgerelateerde openbaarmakingsvereisten in de financiële dienstensector.

1. De ESG-database leidt beoordelingen af met een lettercode van "A" tot "F" binnen verschillende categorieën. Binnen elke categorie krijgen emittenten een van de zes mogelijke scores, waarbij "A" de hoogste score is en "F" de laagste score. Als de score van een emittent in een categorie niet in aanmerking komt, is het voor het portefeuillebeheer verboden om in die emittent te beleggen, zelfs als hij volgens de andere categorieën wel in aanmerking komt. Voor uitsluitingsdoeleinden wordt elke letterscore afzonderlijk bekeken en kan dit leiden tot uitsluiting van een emittent.

2. Hieronder wordt de drempel in % van de inkomsten weergegeven die, als hij groter of gelijk is, een uitsluiting veroorzaakt. De focus ligt meestal op productie of productie, bijvoorbeeld, in het geval van teerzand, de winning van olie.

3. Kolen: Het filter sluit bedrijven uit met kolenuitbreidingsplannen, zoals extra kolenwinning, -productie of -gebruik, op basis van een interne identificatiemethode. De bovengenoemde uitsluitingen met betrekking tot steenkool hebben uitsluitend betrekking op zogenaamde thermische steenkool, d.w.z. steenkool die in elektriciteitscentrales wordt gebruikt voor de opwekking van elektriciteit.

4. DWS Beleid Controversiële Wapens (DWS CW Beleid) heeft voornamelijk betrekking op Controversiële Conventionele Wapens (CCW). Andere controversiële wapens (CW) zijn geen controversiële conventionele wapens in de zin van dit beleid, maar DWS beschouwt deze wapens wel als controversieel en sluit fabrikanten met een relatie tot deze wapens uit van financiële producten die bepaalde ESG-filters toepassen. Controversiële wapens in het DWS ESG Investment Standard filter omvatten CCW (clustermunitie, antipersoonsmijnen en biologische en chemische wapens), evenals wapens met verarmd uranium en kernwapens, en brandbommen die witte fosfor bevatten. Controversiële wapens zijn elk eigendomsbelang, ongeacht de inkomsten. Een eigendomsbelang wordt geïdentificeerd als een wapenfabrikant (F), onderdelenfabrikant (E) of een relevante eigendomsstructuur met een bedrijf met de classificatie "E" of "F" (D). Met betrekking tot witte fosfor worden emittenten die zijn geïdentificeerd als fabrikanten of producenten van essentiële onderdelen van brandbommen op basis van witte fosfor uitgesloten.

5. Afhankelijk van de activaklasse van het fonds en zijn productstrategie kunnen actief beheerde fondsen die informatie openbaar maken in overeenstemming met artikel 8 of artikel 9 SFDR rekening houden met verschillende indicatoren van negatieve duurzaamheidseffecten (PAII's). PAII 16 wordt bijvoorbeeld alleen in aanmerking genomen door fondsen die beleggen in overheidsemittenten.

6. Landen waarin geïnvesteerd wordt in sociale schendingen (nr. 16).

7. Aandeel duurzame investeringen volgens SFDR Art. 2(17): De methodologie voor het bepalen van het aandeel duurzame investeringen volgt vier stappen. Om duurzame investeringen te identificeren, is de eerste stap om te onderzoeken of een bedrijf via zijn bedrijfsactiviteiten een positieve bijdrage levert aan de SDG's van de VN. De meting van bedrijfsactiviteiten is meestal gebaseerd op de inkomsten van een bedrijf, deels ook op de kapitaaluitgaven (capex) of operationele uitgaven (opex) van een bedrijf. De tweede stap is om te bewijzen dat het bedrijf geen negatieve impact heeft op een sociale of milieudoelstelling bij het uitvoeren van zijn bedrijfsactiviteiten (DNSH-beoordeling). Als dit het geval is, wordt in de derde stap onderzocht of het bedrijf voldoet aan de principes van goed bestuur: Er wordt bijvoorbeeld gekeken of het bedrijf de slechtste normbeoordeling heeft (zogenaamde "minimum safeguards"). Een voorbeeld is de strijd tegen corruptie. Als dit ook het geval is, kan uiteindelijk rekening worden gehouden met de positieve bijdrage van het bedrijf die in de eerste stap is geïdentificeerd. Zo zou het aandeel van het bedrijf in duurzame investeringen bijdragen aan het aandeel duurzame investeringen in de portefeuille.

8. Aandeel duurzame investeringen volgens EU Taxonomie: De EU-taxonomie is bedoeld om duidelijkheid te verschaffen over welke economische activiteiten als duurzaam voor het milieu moeten worden beschouwd. Hiervoor wordt een lijst met criteria voor bedrijven gebruikt om te bepalen welke economische activiteiten of inkomsten bijdragen aan een van de zes milieudoelen van de EU. Vanwege een gebrek aan beschikbare gegevens stelt DWS momenteel geen minimumpercentage vast voor ecologisch duurzame beleggingen volgens de EU Taxonomie in zijn actief beheerde fondsen.

9. Bron: Verenigde Naties: https://sdgs.un.org/goals.

CIO View